Eindejaarstips 2019 voor de BV/IB-ondernemer

1. Breng uw zakelijke kosten in aftrek

U kunt kosten die nodig zijn voor het drijven van uw onderneming in aftrek brengen van uw winst. Deze kosten zijn aftrekbaar van uw opbrengsten voor de inkomsten- en vennootschapsbelasting.

Tip: Ga na in uw administratie na of u uw kosten, die u gemaakt heeft in 2019, kunt bestempelen als zakelijk. Zorg er ook voor dat u uw bonnetjes van die kosten bewaart.

Let op: ook de zakelijke kosten die u in de voorfase van uw onderneming heeft gemaakt, kunt u in aftrek brengen van uw winst. Denk bijvoorbeeld aan de kosten die u heeft moeten maken om de markt te verkennen en ingewonnen adviezen. Breng ook deze kosten in kaart.

2. Overweeg winstuitstel om lager belastingtarief

Aan het einde van het jaar heeft u meer duidelijkheid over uw winstpositie. Hierbij kunt u alvast kijken welk belastingtarief mogelijk van toepassing is. Loopt uw winst in de vennootschapsbelasting tegen de grens van € 200.000? Of komt u in de inkomstenbelasting in het hoogste tarief? Probeer uw winst dan te verlagen door bijvoorbeeld bepaalde kosten naar voren te halen. U kunt denken aan onderhoudskosten.

Let op: u betaalt in de vennootschapsbelasting over uw winst tot € 200.000 volgend jaar 16,5% in plaats van 19% nu. In 2021 gaat dit verder omlaag naar 15%. Voor winsten boven de € 200.000 blijft het tarief 25%. Kijk of u daarop kunt inspelen.

3. Vraag uitstel van betaling aan

Zit het financieel even tegen en kunt u uw belastingschulden niet op tijd betalen? Vraag de Belastingdienst om uitstel van betaling. Ga na of u voor een korte periode of voor een langere tijd uitstel wilt. Voor een korte periode kunt u namelijk telefonisch uitstel van betaling aanvragen bij de Belastingdienst. De Belastingdienst verleent u dan maximaal vier maanden uitstel van betaling. De Belastingdienst verleent alleen kort telefonisch uitstel als:
• uw totale openstaande belastingschuld minder dan € 20.000 bedraagt;
• u nog geen dwangbevel heeft gekregen voor de openstaande belastingschuld;
• in de openstaande belastingschuld geen onbetaalde vergrijpboete is begrepen;
• u voor de openstaande belastingschuld niet eerder uitstel van betaling kreeg en;
• er geen sprake is van een aangifteverzuim, oftewel u heeft altijd tijdig aangifte gedaan.

Let op: heeft u langer nodig en denkt u dat u uw openstaande belastingschulden niet binnen maximaal vier maanden kunt betalen? Vraag dan meteen schriftelijk uitstel van betaling aan voor een langere periode. De Belastingdienst verleent namelijk geen uitstel van betaling voor aanslagen waarvoor al eerder kort telefonisch uitstel van betaling is verleend.

4. Vorm een herinvesteringsreserve

Ga na of u dit jaar een bedrijfsmiddel heeft verkocht en daarbij boekwinst heeft behaald. U kunt dan de belastingheffing over de boekwinst uitstellen door deze te reserveren in een herinvesteringsreserve. U moet dan wel een vervangingsvoornemen hebben. De herinvesteringstermijn bedraagt maximaal drie jaar na het jaar waarin u het bedrijfsmiddel heeft verkocht. Investeert u binnen deze termijn in een ander bedrijfsmiddel? Dan kunt u, als u voldoet aan de voorwaarden, de
herinvesteringsreserve afboeken op de aanschafprijs van het nieuwe bedrijfsmiddel.

5. Orden uw administratie

Loop uw administratie na en beoordeel of u voldoet aan de administratieregels van de Belastingdienst. U bent namelijk verplicht uw administratie 7 jaar te bewaren. Bij uitstel van aangifte wordt deze periode verlengd met het verleende uitstel. Gegevens over onroerende zaken, elektronische diensten, telecommunicatiediensten en radio- en televisieomroepdiensten moet u 10 jaar bewaren. Ga na of u uw administratie over 2012 en eerdere jaren weg kan gooien na 31 december 2019.

Let op: u kunt met de Belastingdienst schriftelijk afspraken maken over kortere bewaartermijnen. De basisgegevens uit uw administratie, zoals bijvoorbeeld de debiteuren- en crediteurenadministratie, de in- en verkoopadministratie en het grootboek, moet u altijd 7 jaar bewaren. Voor de overige gegevens kunt u afspraken maken over kortere bewaartermijnen.

Tip: u kunt ook afspraken maken over de vorm waarin u de gegevens bewaart (digitaal of op papier). En hoe gedetailleerd u die bewaart (bijvoorbeeld dagstaten of telstroken van de kassa).

6. Pas de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek toe

Heeft u nieuwe bedrijfsmiddelen aangeschaft of bent u van plan dit te doen? U kunt hiervoor onder voorwaarden in aanmerking komen voor een extra aftrekpost, de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek. Om in aanmerking te komen voor de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek moet u in 2019 een bedrag tussen € 2.301 en € 318.449 investeren in bedrijfsmiddelen voor uw onderneming.

Let op: ga na of u nog oude investeringen heeft waarvoor u de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek niet hebt geclaimd. U kunt ook voor deze oude investeringen alsnog binnen 5 jaar de Belastingdienst verzoeken om toepassing van de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek.

Tip: heeft u in 2019 grote investeringen gedaan en dreigt u het maximumbedrag van € 318.449 te overschrijden? Kijk dan of u uw investeringen uit kunt stellen tot 2020. Zo voorkomt u dat uw recht op investeringsaftrek vervalt.

7. Maak gebruik van de investeringsfaciliteiten

Wanneer u milieuvriendelijk of energiezuinig investeert, kunt u mogelijk een beroep doen op fiscale investeringsfaciliteiten zoals de energie-investeringsaftrek (EIA), milieu-investeringsaftrek (MIA) of willekeurige afschrijving op milieubedrijfsmiddelen (Vamil). Deze faciliteiten zorgen voor een verlaging van uw winst. De EIA levert u een aftrek van 45%. De MIA zorgt voor een aftrek van 13,5%, 27% of 36%. Met de Vamil kunt u een investering op een willekeurig moment afschrijven.
Voor investeringen vanaf 2011 is de willekeurige afschrijving beperkt tot 75%. Toets of u voldoet aan de voorwaarden en in aanmerking kunt komen voor de EIA, MIA en Vamil.

Let op: als u aanspraak wilt maken op EIA, MIA of Vamil, moet u uw investering binnen 3 maanden nadat u de investeringsverplichting bent aangegaan melden bij RVO.nl. Het aangaan van een verplichting is bijvoorbeeld het tekenen van een koopovereenkomst. Bent u te laat dan komt u niet meer in aanmerking voor de aftrek!

Tip: u kunt naast de EIA of de MIA/Vamil ook gebruikmaken van de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek.

8. Kijk uit voor de desinvesteringsbijtelling

Bent u van plan een bedrijfsmiddel te verkopen? Ga dan na wanneer dit bedrijfsmiddel is aangeschaft. Indien u namelijk voor dit bedrijfsmiddel korter dan vijf jaar geleden de investeringsaftrek hebt toegepast dan kan het zijn dat u een deel van die aftrek moet terugbetalen (desinvesteringsbijtelling).

Tip: beoordeel of de vijfjaarstermijn reeds verstreken is in 2019. Zo niet, stel een verkoop van het bedrijfsmiddel dan indien mogelijk uit.

9. Vraag WBSO aan

Houdt u onderneming zich bezig met speur- en ontwikkelingswerk? U kunt mogelijk WBSO aanvragen voor de ontwikkeling van een product, een productieproces, programmatuur en voor het uitvoeren van technisch-wetenschappelijk onderzoek voor:
• S&O-werkzaamheden van uzelf en/of uw medewerkers;
• kosten en uitgaven die u maakt voor het uitvoeren van uw eigen S&O-project.

Uw voordeel:  indien u geen personeel heeft, en u besteedt jaarlijks zelf minimaal 500 uur aan uw ontwikkeling of onderzoek (bijvoorbeeld eenmanszaak) dan ontvangt u een vaste aftrek. Indien u wel personeel heeft en u draagt loonheffing af voor uw werknemers die uw ontwikkeling of onderzoek uitvoeren dan wordt via uw belastingaangifte een deel van de (loon)kosten en uitgaven van uw R&D-project vergoed. Uw onderneming draagt dan minder loonheffingen af.